Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (2024)

Alex de Vries

Interview

24 juni 2024

De sculpturen die Gerard Koek maakt zijn concreet en tastbaar, maar uitgevoerd in materialen die niet traditioneel tot die van de beeldhouwer worden gerekend. De kwaliteit van zijn werk is dat hij geen beelden maakt als mastodonten van zijn eigen gelijk, maar vragen oproept waar hij zelf ook geen antwoord op heeft, maar die door zijn verbeeldingskracht scherper worden geformuleerd. Alex de Vries bezocht Gerards atelier.

Gerard Koek (Hoogeveen, 1954) is niet opgeleid als beeldend kunstenaar maar als archeoloog en kunsthistoricus. Vanaf jonge leeftijd tekende hij en maakte hij ruimtelijk werk. Toch koos hij niet voor de kunstacademie, maar voor de universiteit. Zijn broer Wijo en zus Anya gingen wel naar de kunstacademie en zijn uiteindelijk allebei scenarioschrijver geworden. Zijn vader was socioloog en zijn moeder had een atelier om potten te bakken. De draaischijf stond in een kelder die was uitgegraven onder hun huis in Nijmegen. Tijdens het uitgraven van de kelder kwamen resten van een bronsgieterij en een pottenbakkerij uit de Romeinse tijd tevoorschijn. Wat hem fascineerde aan de archeologie was dat je vanuit kleine sporen in de grond een totaal kunt bedenken, zoals je uit een gevonden scherf een vaas kunt reconstrueren. In verkleuringen van de aarde kun je sporen van prehistorische bewoning ontdekken. ‘Het zit in je hoofd, maar het is toch tactiel.’

Gerard Koek was al beeldhouwer voor hij ging studeren. Vanaf zijn zestiende had hij een tijd lang een werkplek in het atelier van de bekende Nijmeegse beeldhouwer Ed van Teeseling die zijn talent herkende. ‘Ik maakte kennis met hem in het cultuurhuis De Lindenberg waar hij lesgaf. Door hem leerde ik alle elementen van de klassieke beeldhouwkunst kennen. Ik ontdekte dat steen een fijn materiaal is. Je kunt erin iets bevechten zodat het gaat spreken, maar het kost mij te veel tijd om dat gelijke tred te laten houden met mijn gedachten. Maar ik denk wel als een beeldhouwer, zelfs als ik een tekening maak. Wat ik bedenk is altijd meteen gekoppeld aan de fysieke verschijningsvorm ervan.’

Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (1)
Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (2)

De studie in provinciale archeologie zag Gerard Koek als een ondersteuning van zijn praktijk als beeldhouwer waar kunstgeschiedenis innerlijke voeding voor zijn kunstenaarschap betekende. Hij studeerde in 1985 af en werkte daarna een paar jaar in afzondering op zijn atelier, totdat Harry van Boxtel hem in 1988 uitnodigde om als theoriedocent te komen werken aan de Academie St. Joost in Breda en later ook in ‘s-Hertogenbosch. Dat leidde in 1990 tot een vaste aanstelling van twee dagen in de week die tot in 2022 zou duren; de laatste acht jaar van zijn docentschap was hij ook actief als praktijkdocent voor tweede- en derdejaarsstudenten autonome kunst.
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was hij verbonden aan het Nijmeegse kunstenaarsinitiatief Virtu IBK, dat in 1979 was opgericht als Initiatiefgroep Beeldende Kunst door Servie Janssen en Geert Jan van Oostende, die ook lesgaf in Breda. Het volgde Passionata IBK op en werd zelf werd opgevolgd door Lighthouse IBK.
‘Virtu IBK – het hart bij de kunst – en later Lighthouse IBK was meer filosofisch en theoretisch gericht, in de sfeer van de universiteitsstad die Nijmegen is en had voor ons hoge prioriteit. Uiteindelijk is kunst het enige dat overeind blijft. Dat was ongeveer ons idee.’

Als kunstenaar was Gerard Koek die eerste jaren nogal een kluizenaar, maar door zijn docentschap en werk voor Virtu IBK trad hij naar buiten. ‘Je kunt zelf niet buiten schot blijven,’ zegt hij daarover. ‘Ik had zelf natuurlijk niet op de kunstacademie gezeten en kende de onderwijscultuur niet. Het gaat erom dat je een open omgang met elkaar hebt. Als kunstenaar stroom ik over van ideeën en het gaat erom dat ik daar keuzes in maak en weet waarom ik die kies. Ik weet door mijn studie kunstgeschiedenis wat er al is gemaakt en daar verhoud ik me onvermijdelijk toe.’
Hoe snel hij denkt blijkt al uit zijn manier van spreken waarbij de zinnen over elkaar tuimelen en uit zijn serie Split second uit 2004 die uit 120 tekeningen bestaat waarin hij pen, potlood, inkt en collage combineert in een gevarieerde stroom van zoekende lijnen, plattegronden, mensen, dieren, voorwerpen en vormen.

Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (3)
Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (4)
Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (5)

Als hij werk uit zijn begintijd laat zien dan zijn het tekeningen die een sculpturaal idee tonen. ‘A body a head’ bestaat uit een op de muur aangebrachte lijntekening waarin een zich repeterende liggende, halve gebroken vaas een ruimtelijke, concave sokkel in grafiet ontmoet en zo wordt gecompleteerd tot een hele vaas. ‘Meteen was taal voor mij belangrijk in mijn werk. De titel maakt het voor mij sluitend. Ik ben streng in mijn materiaalgebruik, maar vrij in mijn denken. Onze schedel is rond, opdat gedachten van richting kunnen veranderen, zei Francis Picabia. Dat is mijn lijfspreuk geworden. Ik werk vaak met voorwerpen om me heen, zoals stoelen en kartonnen dozen. Vanuit een centrum laat ik het beeld dikwijls uitwaaieren. In een vroeg werk – Suburban uit 1979 – heb ik dat met uitgeklapte kartonnen dozen gedaan met in het hart een sluitsteen van lood. Wat betreft die voorwerpen is het voor mij de vraag of ze beeldend qua betekenis inzetbaar zijn en die overweging hangt voor mij altijd samen met een vorm, een gedachte. Het zijn zetstukken met mogelijkheden.’

Een vaak terugkerend voorwerp in zijn sculpturen is het kleurpotlood. In 1997 maakt hij in de Paraplufabriek de installatie In the eye of the beholder, een cirkel van 320 cm doorsnee ingelegd met kleurpotloden en een omheining van takken van 78 cm hoog, een hallucinerend werk waarin je je blik oplost, alsof het beeld een reflectie van je oog is dat in kleurvlekken zijn focus verliest. ‘Het gaat mij erom dat je even niks ziet en alleen maar iets ondergaat. Het staat voor mij dicht bij de archeologische ontdekking, waarbij iets aan je wordt onthuld. Er is iets wat wacht om te worden gezien, een mirakel, een gedachte, een vermoeden. Het beeld vormt een vergezicht, een mogelijkheid iets te ervaren wat uitzicht biedt. Ik zie het beeld niet als een finaal moment maar als iets wat blijft spreken. Ik hou van taal, maar kies ervoor me in beelden uit te drukken. Ik heb een werk gemaakt dat Half the Truth heet, een monumentale papieren prop die de schijn wekt volledig te zijn, maar aan de achterkant het tegendeel is: hol en spiegelend. Het is maar de helft van een prop. Die Engelse uitdrukking is de bevestiging van iets onmogelijks. Een halve waarheid bestaat namelijk niet, net zoals je niet maar een beetje zwanger kunt zijn.’

De grote prop is de laatste jaren een sculptuur die Gerard Koek in verschillende gedaantes toont. Het is een alledaags nutteloos voorwerp dat het niet gelukte vertegenwoordigt. Hij maakt er een monumentale, stellige mislukking van. Paradoxaal genoeg is het een geslaagde sculptuur. Zijn prop als beeld is wel gelukt. Tegelijkertijd is het Engelse prop het woord voor een zetstuk in een theatervoorstelling of een film. Hij presenteerde zijn eerste prop – zonder titel – in 2015 tijdens de manifestatie Kunst op de koffie in Arnhem in een huiskamerinterieur op de centrale eettafel. ‘Het is heel veel niet, die prop, maar wat is het dan wel? De prop houdt ons iets voor. Ik heb ook een prop, getiteld PROP, in een museum gemaakt van zeven en een halve meter hoog, geplaatst op zeven tafels. Dat levert een andere ervaring op. Daar wordt de betekenis van de prop als zetstuk opeens concreet.’
Dergelijk werk van Gerard Koek doet sterk denken aan de oorsprong van de conceptuele kunst die kan worden gevonden in sculpturen als Box with the sound of its own making van Robbert Morris uit 1961. Beelden die het raadsel dat ze zijn zelf verklaren.

Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (6)
Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (7)
Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (8)

’Mijn werk gaat op mijn manier over alle dingen die in de wereld spelen, over desinformatie en propaganda bijvoorbeeld. De vraag is wat de zekerheid is van de beweringen die worden gedaan. In mijn werk Solid Ground heb ik papier aan een frame bevestigd en daarin zeven verdiepte vlakken uitgesneden en er teksten in gezet: een gedicht, een politieke tekst, een krant, een wetstekst, een romanpagina, een religieuze tekst en een liefdesbrief … En die heb ik weer wit gemaakt. Je ziet er hooguit nog een spoor van. Wat zie je als vaststaand? Mijn werk heeft vaak iets rotsachtigs en ziet er onverwoestbaar uit, maar is in het materiaal juist uiterst kwetsbaar.’

Taal, teken en beeld zijn in het werk van Gerard Koek steeds meer gaan samenvallen wat zijn werk Words 25 met de tekst Placed in between to prevent it all from collapsing goed laat zien. Het bestaat uit een niet zo makkelijke leesbare typografie van uitgezaagde boven elkaar geplaatste woorden die her en der worden ondersteund door proppen papier waarbij de vraag is: ondersteunt taal het beeld of andersom? Zijn tekstwerken hebben ook die relatie met de conceptuele kunst zoals we die kennen van Lawrence Weiner die zijn beeldende uitspraken voorzag van de instructie dat ze ook door hem konden worden uitgevoerd, dat iemand anders ze zou kunnen maken, maar ook dat ze niet hoefden te worden gemaakt. Gerard Koek heeft het echter op zich genomen om de werken die hij voorstelt ook zelf tot stand te brengen.

Het spel met de kunstgeschiedenis speelt Gerard Koek op meerdere manieren. Zo is de arte povera terug te vinden in zijn werken die hij met koffiedik en zand maakt om de spreekwoorden ‘koffiedik kijken’ en ‘zand erover’ van hun clichématige betekenissen te bevrijden en er een beeldende vorm aan te geven die gaat over inzicht verkrijgen of iets vergeten. Om zand en koffiedik sculpturaal te kunnen hanteren, vermengt hij de korrels met houtlijm tot een emulsie om er precies mee te kunnen werken. Het zijn reliëfachtige werken, zoals bij de uitvergroting van een foto in de krant waar hij tussen de immense rasterpunten in zand kleine voorwerpen heeft afgebeeld: een fles, een schaar, een trompet, een schoen. ‘Het portret, duidelijk van een zwarte man, moest overeenkomen met iemand die iedereen kan zijn.’

Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (9)
Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (10)

De sculpturen die hij maakt zijn concreet en tastbaar, maar van materialen die niet traditioneel tot die van de beeldhouwer worden gerekend. Er is vrijwel altijd sprake van een tegenstelling tussen het materiaalgebruik en de betekenis van het beeld. Zoals gezegd zijn de tekstwerken die hij maakt niet direct leesbaar. Je moet er moeite voordoen zoals de tekstsculpturen die hij dazzle painting een gecamoufleerd uiterlijk geeft. Wat eerst reliëf lijkt, blijkt leesbaar. Words 31a is een beeld waarin hij de toren van Pisa, de beroemde Tatlin-toren en de zuil van Hadrianus heeft gecombineerd in een rondgaande tekst waar je keer op keer omheen moet lopen om die volledig te kunnen lezen als je ondertussen niet door duizeligheid bent overmand. Maar niet alle installaties zijn zo visueel ontregelend. Zijn formaties van opengeklapte kartonnen dozen die gesloten architectonische blokken vormen en zowel ruimtes innemen als ontsluiten en die Wall, Front, Front, Core en Twin heten, zijn volumes die in het toegankelijke de notie van het ontoegankelijke in zich verenigen.

Gerard Koek heeft tijdens zijn loopbaan zijn werk op talloze plekken laten zien; hij heeft altijd een drukke tentoonstellingspraktijk gehad vooral in de euregio rond Nijmegen, maar ook daarbuiten. De kwaliteit van zijn werk is dat hij geen beelden maakt als mastodonten van zijn eigen gelijk, maar vragen oproept waar hij zelf ook geen antwoord op heeft, maar die door zijn verbeeldingskracht scherper worden geformuleerd. Zijn uit hout gezaagde tekst The perimeter of my ever increasing doubt Words 9 uit 2011 -is wat dat betreft een sculptuur die het beeld oproept van een zelfportret. ‘Teksten roepen beelden op en beelden veroorzaken woorden.’

Vond je dit artikel interessant?

Doneer een bedrag naar keuze:

Doneer

Het beste van Mister Motley in je postvak?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief!

Aanmelden

Dit artikel werd geschreven door Alex de Vries
Voor titels, quotes en onderschriften gebruikten we in dit artikel het variabele lettertype Laica van Dinamo

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Iemand die iedereen kan zijn - op atelierbezoek bij Gerard Koek (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Trent Wehner

Last Updated:

Views: 5668

Rating: 4.6 / 5 (76 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Trent Wehner

Birthday: 1993-03-14

Address: 872 Kevin Squares, New Codyville, AK 01785-0416

Phone: +18698800304764

Job: Senior Farming Developer

Hobby: Paintball, Calligraphy, Hunting, Flying disc, Lapidary, Rafting, Inline skating

Introduction: My name is Trent Wehner, I am a talented, brainy, zealous, light, funny, gleaming, attractive person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.